Begin met het oefenen van de basisprincipes van het rijden terwijl de auto veilig op uw eigen oprit staat. Creëer de juiste leeromgeving door afleiding te beperken, zodat u zich kunt concentreren op het aanleren van de basisbeginselen van autorijden. Zorg ervoor dat oefenen met autorijden een prioriteit wordt door een logboek- en beoordelingstool en een doel gids te gebruiken om u en uw bestuurder op het goede spoor te houden. Het mooie is, dat je veel regels die je opsteekt van het autorijden ook kunt toepassen in het verkeer als je op de motor zit. Echter voor een motorrijbewijs moet je toch echt bij Motorrijschool Den Haag zijn.
Nadat u er zeker van bent dat uw bestuurder de basisprincipes van het rijden onder de knie heeft, waaronder het aanpassen van de snelheid, het correct dragen van een veiligheidsgordel en het begrijpen van de bedieningselementen, is het het juiste moment om te beginnen met oefenen in de zes rij omgevingen.
De auto begrijpen
Help de nieuwe bestuurder de locatie en werking van de bedieningselementen en indicatoren op het dashboard te begrijpen.
Neem de gebruikershandleiding van de auto door met je bestuurder achter het stuur. Laat uw bestuurder oefenen met het bedienen van de bedieningselementen, en vertel u waarvoor elk bedieningselement wordt gebruikt en wat de indicatielampjes betekenen.
Veel voorkomende fouten:
- Gebrek aan inzicht in de werking van bedieningselementen
- Te veel tijd besteden aan het zoeken naar de bedieningselementen
- Verwarring over indicatielampjes
Teken dat de leerling het snapt:
- Kan u gemakkelijk vertellen waar de bedieningselementen zijn en wat ze doen
De stoel goed afstellen
Help de nieuwe bestuurder om te leren hoe hij de stoel goed kan afstellen voor comfort en veiligheid. Daarna laat je de bestuurder de stoel zo afstellen dat beide handen zich op de 9- en 3 uur-posities bevinden en de maag zich op 10 inch van het stuur bevindt. De bovenkant van de hoofdsteun moet ongeveer 3 inch onder de bovenkant van het hoofd zijn. Je bestuurder moet de voet gemakkelijk van het rem- naar het gaspedaal kunnen wisselen.
Veel voorkomende fouten:
- Geen duidelijk zicht op het hele landschap vanuit de voorruit
- Zit te ver of te dicht bij het stuur of de pedalen
- Te laag in de stoel gezakt
Teken dat de leerling het snapt:
- Kan de stoel elke keer gemakkelijk aanpassen
Het stuur juist afstellen
Help de nieuwe bestuurder om te leren hoe hij het stuur correct moet afstellen. Vervolgens laat je je bestuurder het stuur zo afstellen dat de bovenkant van het wiel niet hoger is dan de bovenkant van de schouders. Beweeg het stuur op en neer totdat het comfortabel aanvoelt en gemakkelijk een 9 en 3 uur positie kan behouden.
Veel voorkomende fouten:
- Het stuur kan het zicht van de bestuurder belemmeren
- Te ver of te dichtbij
Teken dat de leerling het snapt:
- Controleert het gevoel van het stuur telkens wanneer u op de bestuurdersstoel gaat zitten
Stel de veiligheidsgordels af
Help de nieuwe bestuurder om te leren hoe hij de veiligheidsgordels goed moet afstellen. Laat uw bestuurder daarna de veiligheidsgordel zo afstellen dat deze laag over de heupen zit. De schoudergordel moet over de borst lopen en nooit over de voorkant van de nek, achter de rug of onder de arm.
Veel voorkomende fouten:
- Heupgordel op de buik in plaats van over de heupen
- Verkeerd afgestelde schouderriem
- Veiligheidsgordels te los
Teken dat de leerling het snapt:
- Het dragen van goed afgestelde veiligheidsgordels wordt een gewoonte
De spiegels op de juiste manier afstellen
Help de nieuwe bestuurder om de spiegels correct af te stellen. Daarna moet je bestuurder de zijspiegels afstellen om slechts een klein deel van de zijkant van de auto als referentie te zien. Stel de achteruitkijkspiegel af om het best mogelijke volledige zicht uit de achterruit te zien. Controleer de spiegelafstelling van uw bestuurder door buiten de auto te lopen en te vragen of u in de spiegels gezien mag worden.
Veel voorkomende fouten:
- Geen duidelijk zicht op de zijkanten en achterkant van de auto
- Blinde vlekken zijn te groot
Teken dat de leerling het snapt:
- Past spiegels als gewoonte aan voor elke rit