Wegverlichting is cruciaal voor onze veiligheid. We moeten ’s avonds natuurlijk goed kunnen blijven zien om ongelukken te voorkomen. Ook voelen we ons meer op ons gemak met verlichting. Maar hoe is onze hedendaagse verlichting eigenlijk ontstaan?
Het begin
In 1505 in Amsterdam werden mensen voor het eerst verplicht om na negen uur ’s avonds een lantaarn mee te nemen voor betere zichtbaarheid. De eerste vaste straatlantaarn werd in 1544 op de Zeedijk geplaatst. Den Haag begon in 1570 als eerste stad met het aanbrengen van 33 straatlantaarns. Dit wordt ook gezien als de eerste echte straatverlichting. In 1669 volgde Amsterdam met het plaatsen van straatverlichting. Dit werd gedaan onder leiding van Jan van der Heyden, die een nieuwe soort olielamp had ontwikkeld. Een jaar nadat dit project van start ging, waren er in Amsterdam al ruim 1800 straatlantaarns opgehangen. Al snel volgden meerdere steden dit voorbeeld.
Een ontwikkeling
Aan het eind van de 18e eeuw werkten meerdere uitvinders aan lantaarns die niet op petroleum, maar op gas konden branden. Ook werden kaarsen voor die tijd veel gebruikt als lichtbron. Een nadeel van al deze manieren was dat elke avond de lantaarns handmatig aangestoken moesten worden, wat veel tijd kostte. De eerste straat die vaste gaslampen aanbracht, was Londen.
Toen de elektriciteit in opkomst kwam, was er opeens veel meer mogelijk met de straatlantaarns. Er konden nu namelijk meerdere straatlantaarns tegelijk worden bediend, waardoor het zorgen voor licht veel minder moeite kostte. Nog een ontwikkeling was de tijdschakelaar. Veel steden gingen hierop over, waardoor lichten per wijk automatisch aan of uit konden gaan. Nijmegen werd in 1882 de eerste Nederlandste stad met volledig elektrische straatverlichting.
Amsterdam liet in 1916 elektrische straatverlichting aanleggen. Rond deze tijd werd de gaslamp vervangen door de gloeilamp en verving deze ook minder goede elektrische verlichting. Na de tweede wereldoorlog werden straatlantaarns alleen nog maar gemaakt van staal en aluminium.
De huidige situatie
Op dit moment heeft elke plaats in Nederlands elektrische wegverlichting. Er wordt gekeken naar het vervangen van de gloeilampen door ledverlichting. Ledverlichting gaat langer mee en kan ook gedimd worden. Tegenwoordig wordt straatverlichting ingeschakeld door rekening te houden met het daglicht: wanneer de schemer valt, gaat de verlichting aan.